De onderrug is een ingewikkeld lichaamsdeel.
De botstructuren zijn het bekken, met daarbovenop de lendenwervels. Tussen de wervels zitten tussenwervelschijven. Door de wervels lopen zenuwbanen. Het geheel wordt bij elkaar gehouden door banden en spieren.
Het bekken bestaat uit twee grote halfronde botplaten (ilium) die aan de voorkant aan elkaar vast zitten bij het schaambeen. Aan de achterkant zit het heiligbeen (sacrum) tussen deze botten. Aan de voorkant van het bekken heb je dus één gewricht, aan de achterkant twee, de SI-gewrichten.
De tussenwervelschijven zijn een soort gelkussens, die wat vervormen bij bewegingen van de wervelkolom. De tussenwervelschijven hebben (bijna) geen bloedvaten. Ze krijgen hun voeding doordat ze als een soort spons worden uitgeperst en weer volgezogen, dus door beweging.
Rugpijn waarvoor geen eenduidige oorzaak is, zoals een hernia of een tumor, wordt aspecifieke rugpijn genoemd. Vaak is er dan sprake van een gestoorde functie van de gewrichten. Dit kan worden veroorzaakt door een blokkering, problemen in de tussenwervelschijf, banden of spieren, of in de samenwerking daartussen. De meest bekende van deze problemen, en vaak voorkomend, is een blokkering van het Sacro-Iliacaal (SI) gewricht.
Klachten
Verschillende oorzaken van rugpijn geven verschillende soorten klachten. Bij rugpijn veroorzaakt door blokkeringen vind je vaak
- zeurende lage rugpijn, verbeterend bij bewegen, erger bij op gang komen na langer liggen of zitten
- geen afwijkingen op röntgenfoto of MRI; of wel afwijkingen, maar die niet passen bij de klachten
Behandeling
Behandeling bestaat uit herstel van de functie van de gewrichten door middel van manipulaties of mobilisaties.
Aandachtspunten
Het bekken is het fundament van de hele wervelkolom. Als het bekken niet goed functioneert, en zeker als dit langer geduurd heeft, vind je vaak ook stoornissen hoger in de wervelkolom. De problemen kunnen zich ook naar beneden toe uitbreiden, naar heup, lies en/of knie. Het is belangrijk deze "buurgewrichten" mee te onderzoeken.
Een storing van de het gewricht tussen de wervels zorgt er voor dat de tussenwervelschijf minder voeding krijgt en dus geïrriteerd raakt. Op het moment dat de tussenwervelschijf weer gaat bewegen, en dus af en toe vervormd wordt, kan deze meer pijn gaan doen. Dit betekent echter ook dat de tussenwervelschijf weer voeding krijgt, en kan herstellen. Dit hoeft dus geen teken te zijn dat er een verslechtering optreedt.