Welke sport moet ik dan gaan doen?" vraagt Hans, als ik opper om meer te gaan bewegen.

Hans consulteerde mij vanwege pijnklachten en stijfheid hoog in de rug. Daar kon ik hem vrij snel van af helpen. Maar hij zit de hele werkdag achter een toetsenbord en beeldscherm, met zijn rug voorovergebogen en de schouders en het hoofd naar voren. Hij heeft een gedrongen postuur, met korte, stevige spieren, waardoor hij van nature al minder soepel is. Hij doet weinig aan lichaamsbeweging. Daardoor is de kans dat zijn klachten terugkomen, erg groot. 
Natuurlijk heb ik Hans gewezen op zijn matige zithouding. En kan ik Hans oefeningen geven om hem te helpen soepeler te worden. Maar een sport doen is meestal leuker, waardoor je dat makkelijker vol houdt.

Je lichaamsbouw bepaalt voor een deel welke bewegingen bij je passen. Uiteraard is je lichaam ook te trainen, maar een deel van je mogelijkheden krijg je van nature mee.

Mensen met korte, stevige spieren kunnen statische belasting beter aan. Dat betekent dat ze langdurig in één houding blijven, makkelijker volhouden dan mensen met lange, soepele spieren. Ook kunnen ze makkelijker vele keren achter elkaar dezelfde beweging maken. En ze kunnen makkelijker krachtige bewegingen maken. Deze mensen kunnen twee uur lang stil zitten in een vergadering of uren achter elkaar hetzelfde werk doen. Sporten die bij deze lichaamsbouw passen zijn bijvoorbeeld fitness, judo of kogelstoten.

Als je lange soepele spieren hebt, wil je liever in beweging blijven. Je maakt graag lange bewegingen, met niet te veel kracht. In een lange vergadering zit je al na een half uur naar een andere houding te zoeken; en op je werk wissel je typewerk af met dossiers opruimen en koffie halen voor je collega's. Sporten die bij je passen zijn duursporten, dansen of de groepslessen in de sportschool.

Wat gebeurt er nou, als je je dokter vraagt welke sport je moet gaan doen? Mensen komen bij mij met klachten. En die klachten willen we oplossen. Als dokter heb ik dan de neiging een sport te adviseren die "goed is voor je lichaam". En bijna altijd is dat een sport, die juist niet past bij je lichaam. Want dat is het deel dat getraind moet worden. En een sport doen, die niet bij je lijf past, houd je vaak niet lang vol.

Voor Hans zou het goed zijn om veel verschillende, lange bovenhandse bewegingen te maken. Hierbij zou dansen, of een bovenhandse balsport (bijv. volleybal) goed passen. Dit zijn echter geen sporten die bij Hans passen. Hans belooft nog na te zullen denken, over wat hij aan lichaamsbeweging gaat doen. In de tussentijd neemt hij genoegen met oefeningen.

Op de vraag welke sport Hans moet gaan doen, past maar één antwoord:
Het allerbelangrijkste bij een sport is, dat je hem leuk vindt!